Marjan is er een paar dagen niet. Sleutelbeen, ziekenhuis.
Voor vanochtend had ik gisteravond zes ontbijters, en daarna nog drie, aangenomen. Lukt wel in mijn eentje. En Janjaap wil ook wel meedoen.
Zonder degene die álles weet hebben we vandaag en gisteren en morgen ook het hotel, restaurant en museum gedraaid.
Met Denen die geen Engels, Zweeds en zelfs geen Duits spraken, Noren die ik in het het Zweeds trachtte te woord te staan, maar die vrolijk Noors bleven praten, Duitsers die ook Zweeds spraken, Nederlanders die half-Duits bleken te zijn, en een handvol Australiërs die samen met een stel Zweden The Big Four kwamen bezoeken.
Vandaag was het weer iets florisanter dan gister, dus ietsie minder mensen voor het roofdierenhol, maar toch nog flink wat, en veel souvenirs de deur uit. En vanaf vandaag: kan ik ook -enigszins- in het Zweeds mensen uit allerlei landen helpen [want na verloop van tijd weet je niet meer wie nou uit welk land kwam] met uitleg over het roofdierenmuseum [dan moet je ineens ingewikkelde dingen gaan zeggen, het wordt dan dus wel een Zweeds-Engels-handen/voeten/mimiekconversatie], neem ik de telefoon maar gewoon aan als er geen überzweedssprekende persoon voor handen is, help ik de mevrouw die de was voor het hotel doet even, en kan ik ik met een kassa werken [had ik nog nooit gedaan] op drie verschillende belastingniveaus, en met aparte knoppen en regels voor museum, souvenirs en eten en drinken.
We gaan nog even door met spannende gebeurtenissen: er zijn vandaag een stuk of wat hotelgasten binnengekomen die zodadelijk eten willen. Janjaap gaat dus de keuken in, we moeten het maar op een buffet uitstellen want Marjan is er niet om te lachen en te bedienen.
En ik ben er niet zo geschikt voor. [Als er mensen zijn die knoeien of zeuren of smakken, wil ik zeggen
gedraag je eens, anders krijg je niks meer, maarja, dakaneffenie in een hotel, je mag alleen -als het de spuigaten uitloopt- er iets van zeggen, maar je moet voor de rest vooral maar vriendelijk [of schijnheilig?] blijven lachen.]
*vandaag ook boodschappen gedaan: morgen komt er een bus met honderd mensen -dus waarschijnlijk meer bussen- lunchen.
*Morgen zeventien ontbijters [zes van de camping en stuga 7 en 8 komen ook].
*niet vergeten: honden uit, kattenvoer halen, privé-eten en de jongens!
*Ja, de jongens. Voor hen kan ik ik er nu even niet echt zijn.
Gelukkig zijn er veel [goede] mensen hier, die ons -met veel dingen- willen en kunnen helpen.
Ze komen enkele kilometers over hobbelige gruswegen hiernaartoe gereden of nog van veel verder: Zweedse vrienden die vorig jaar van Uddeholm naar Arboga -uurtje of drie autorijden- verhuisd zijn belden vanmiddag -toevallig-.
Ze hoorden van de drukte.
Moeten we komen helpen? vroegen ze.
We komen hoor!
Als het nog even zo druk blijft, bellen we ze op.