Rodanim, de muizen en de dodo zijn afgereisd naar de berg waar de bergdraak woont. Normaalgesproken is het daar lekker warm in de winter, want de draak zorgt voor bergwarmte. Hij spuwt vuur in de diepte en zorgt daarmee dat de hele berg van binnenuit wordt verwarmd. Maar het vuur is uitgegaan en het is zo koud, dat het vuur ook niet meer aan kan. De kabouter vertelt:
Brr, zelfs de Bergdraak heeft het ijskoud. Hij kan niet eens meer vuurspuwen. En dat is wat hij de hele dag altijd deed. Dus hij verveelt zich enorm. De kabouters uit het bergdorp hebben allemaal bollen wol voor de draak gekocht, zodat die zijn tijd kan besteden aan het breien van sjaals voor alles en iedereen die het koud heeft. Maar al te goed is buurmans gek: sommige bergkabouters hebben ál hun goudstukken aan wol uitgegeven. Alleen maar om de draak te helpen. Nu hebben ze niet eens meer geld voor eten.
Ach, aan de andere kant: we hebben toch geen vuur om op te koken. Kijk, zelfs mijn warme chocolademelk is tot één stuk chocolade bevroren.
En de draak? Die vermaakt zich nu wel. Maar hij kan niet wachten het vuur onderin de berg weer aan te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten