In veel Meesterhuiswerktekeningen zie je onder meer een een grote sleutel [ik vond die sleutel eens in een oud Zweeds hotel] en een bruine, vierkante kruk [uit de jaren vijftig, gemaakt door mijn opa]. Maar ook een dodo, een kabouter en drie muizen komen bijna altijd voor. Hoe verder je terugbladert, hoe minder je de vaste onderdelen tegenkomt, want het is vanzelf zo ontstaan, zonder dat het bedacht is. Heb je ideeën, opmerkingen of een opdracht? Laat het me weten.
20241214
Van lotje getikt zijn
20241211
Hetzelfde laken een pak
20241124
Uien tappen
Sinterklaas is op bezoek bij Heks Dolores, die in Het Oude Tolhuis woont, aan de rand van het Bewonderde Woud. Het is pakjesavond. Er staan surprises klaar en de stemming is opperbest. Als de chocolademelk koud -want warm vinden ze het niet lekker- is kunnen ze beginnen met het lezen van de gedichten en het uitpakken van de cadeaus. Ondertussen zijn Sinterklaas en de heks aan het uien tappen. Ze lachen zich een kriek om alle grappen die ze elkaar vertellen. De tranen staan in hun ogen.
20241119
Ja en amen zeggen
20241110
Een leven als een oordeel
Wát een storm. De kapitein staat op de omloop van de vuurtoren en tuurt over zee. De dodo en de muizen zijn ook naar boven gekomen. Ze hopen een glimp op te vangen van de stoomboot van Sinterklaas. Die zou nu al onderweg moeten zijn. Een grote golf slaat tegen de rotsen kapot. Even zien ze niets anders dan waterspetters en zeeschuim. De wind giert om de vuurtoren. "Wat een lawaai hè!" glundert de kapitein tegen de dieren. Hij is net thuis, maar verlangt er nu alweer naar om zelf op zee te zijn. De dodo roept iets terug, maar de kapitein verstaat er niets van. Dan zien ze tussen de golven door plotseling een stukje van de stoomboot. Hij wordt net door een gigantische golf opgetild. Als die de haven maar bereikt, denkt de kapitein. "Aaa!" klinkt het ineens. De muizen, die op de reling waren geklommen, waaien bijna weg. De kapitein kan ze nog net grijpen. "Tijd om naar binnen te gaan," roept hij boven de wind uit. Met moeite krijgt hij de deur van de omloop open. Binnen in de vuurtoren is het nog steeds een kabaal van jewelste door de storm die over zee raast. "Een leven als een oordeel," mompelt de kapitein. "Laten we beneden het Sinterklaasjournaal gaan kijken om te zien hoe het die sloep vergaat daar op zee." De muizen trippelen alvast richting de koektrommel met speculaas. Even later zitten ze met een dekentje om voor een vierkant televisietoestel met pootjes. De kapitein staat op om de volumeknop omhoog te schuiven. Met moeite wordt het geluid van de storm overstemt. De wind gaat voorlopig niet liggen.

20241013
Een blok aan het been
Luuk de Vampier kijkt treurig door de luxaflex naar het
doolhof rondom zijn kasteel. Is het al bijna nacht? Kan hij al naar buiten? Het
is wel een blok aan het been hoor, om altijd binnen te moeten zijn als de zon
schijnt. Hij zucht, terwijl de zonnestralen proberen zich door de jaloezieën
heen te wurmen. Luuks maag begint te knorren. “Ook dat nog,” moppert hij. Ik
heb zo een zin in soep, denkt Luuk, maar ik kan nu niet naar buiten om spullen
te halen. En ik heb ook niets meer in huis. Skriieek, skriieek, klinkt
het plotseling. Door het ronde trappenhuis komt een zwerm vleermuizen
aangevlogen. “Honger, Rodanim?” skrieken ze. Rodanim knikt terneergeslagen. “Hoe
lang zou het nog duren voor ik naar bui…” begint de hij, maar zijn zin wordt
abrupt onderbroken door een keiharde knal en een felle flits. Ineens begint het
buiten ook keihard te regenen. “Jeuj!” roept Luuk. “Onweer! Regen! Wolken. Ik
kan naar buiten.” Hij snelt naar het pompoenveld op de grafheuvel naast zijn kasteel.
Niet veel later ligt de hele trap vol ingrediënten voor Heerlijke Halloweensoep.
20241007
Een boekje opendoen
Rodanim heeft langs de oever van de Bosbeek paddenstoelen gezocht om herfstsoep van te maken. De muizen hebben hem geholpen om de juiste paddenstoelen uit te zoeken. Zij weten precies welke lekker zijn, en veilig om te eten. Met een mand vol verschillende soorten is Rodanim weer op weg naar huis. Hij komt langs Het Verboden Bos, een stuk bos waar niemand mag komen. Niemand weet eigenlijk waarom. En van wie dat niet mag. Rodanim kijkt naar de lucht en ademt diep in. Het ruikt lekker. Naar herfst. De lucht is grijs en het miezert licht. Even later is hij bij de brug over de Lichte Voorde. In de tuin naast de herberg zijn de Wijnende Waardinnen bezig appels te plukken. “Rodanim!” begroeten ze hem hartelijk. “Heb je lekkere paddenstoelen geplukt?” “Klopt!” zegt Rodanim. “Zal ik jullie ook nog even helpen?” Hij zet zijn mand neer. “Graag,” knikken de gezusters. De muizen willen ook wel helpen. Ze klimmen de bomen in en knagen met hun scherpe tandjes de steeltjes van appels door, zodat de appels op het zachte gras ploffen. Terwijl ze appels oprapen vraagt Rodanim aan de zusters: “Weten jullie eigenlijk waarom het Verboden Bos verboden is?” “Geen idee,” antwoorden ze. Maar we kunnen wel een boekje opendoen over onze moeder... Die plukte daar vroeger altijd stiekem de lekkerste bessen en noten. En appels. De klokhuizen van die appels gooide ze hier in de tuin. Zo zijn we aan die boomgaard gekomen!”
Wie doet een boekje over wie open? Lees het binnenkort!