Luuk de Vampier kijkt treurig door de luxaflex naar het
doolhof rondom zijn kasteel. Is het al bijna nacht? Kan hij al naar buiten? Het
is wel een blok aan het been hoor, om altijd binnen te moeten zijn als de zon
schijnt. Hij zucht, terwijl de zonnestralen proberen zich door de jaloezieën
heen te wurmen. Luuks maag begint te knorren. “Ook dat nog,” moppert hij. Ik
heb zo een zin in soep, denkt Luuk, maar ik kan nu niet naar buiten om spullen
te halen. En ik heb ook niets meer in huis. Skriieek, skriieek, klinkt
het plotseling. Door het ronde trappenhuis komt een zwerm vleermuizen
aangevlogen. “Honger, Rodanim?” skrieken ze. Rodanim knikt terneergeslagen. “Hoe
lang zou het nog duren voor ik naar bui…” begint de hij, maar zijn zin wordt
abrupt onderbroken door een keiharde knal en een felle flits. Ineens begint het
buiten ook keihard te regenen. “Jeuj!” roept Luuk. “Onweer! Regen! Wolken. Ik
kan naar buiten.” Hij snelt naar het pompoenveld op de grafheuvel naast zijn kasteel.
Niet veel later ligt de hele trap vol ingrediënten voor Heerlijke Halloweensoep.
In veel Meesterhuiswerktekeningen zie je onder meer een een grote sleutel [ik vond die sleutel eens in een oud Zweeds hotel] en een bruine, vierkante kruk [uit de jaren vijftig, gemaakt door mijn opa]. Maar ook een dodo, een kabouter en drie muizen komen bijna altijd voor. Hoe verder je terugbladert, hoe minder je de vaste onderdelen tegenkomt, want het is vanzelf zo ontstaan, zonder dat het bedacht is. Heb je ideeën, opmerkingen of een opdracht? Laat het me weten.
20241013
Een blok aan het been
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten