20250630

De gebraden haan uithangen

In de oude boterfabriek is een loppis, een rommelmarkt. Kabouter Yaqub gaat ernaartoe, op de voet gevolgd door de dodo, die ook dol is op tweedehands verrassingen. Als ze langs de fontein lopen zien ze de grote deuren al openstaan. Er is vanalles uitgestald: een enorme spiegel die groter is dan de kabouter zelf, een open kast vol servies, een hanglamp met gemarmerde glazen kapjes en dozen vol grammofoonplaten en oude boeken... Ze lopen naar binnen en kijken of er iets van hun gading bij de spullen is. De grond is bezaaid met geknoopte kleden in de meest uiteenlopende kleuren. Op de paar stukjes die onbedekt zijn zie je de prachtige originele tegelvloer van de fabriek. Tegen de muur staan opgerolde tapijten. De kabouter loopt langs een paar kleden, om een groene fluwelen bank te bekijken. Er ligt ook een levend berenkleed, waar hij voorzichtig omheen loopt. "Wil je mij niet kopen?" bromt de beer als Yaqub langsloopt. Yaqub staat stil. "Bedoel je: wil je mij níét kopen?" vraagt hij. Daar moet de beer even over nadenken. "Ja," zegt hij dan, "ik denk niet dat ik graag gekocht of verkocht wil worden." Hij zucht even. "Vroeger lag ik voor de haard in een groot kasteel. De kasteelheer wilde graag de gebraden haan met mij uithangen, want als je een beer voor je kachel legt, kun je goed laten zien hoeveel rijkdom je hebt. "Nou", fronst de kabouter, "ik vind het vooral dom. En onaardig." "Gelukkig hoefde ik niet dood te gaan," zegt de beer. "Ik hoefde alleen maar mijn adem in te houden als er andere deftige gasten waren, anders schrokken die zich te pletter." 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten