Ik val verder in waar ik vorig jaar begonnen ben, op het speciaal onderwijs. Om op tijd op school te zijn voor de startbijeenkomst [wie heeft wat gedaan in de vakantie en wat gaan we dit schooljaar samen allemaal doen] van 29 augustus had ik bedacht om eind augustus naar Nederland te vliegen.
Rita, ook wonend in Zweden en regelmatig voor bliksembezoeken naar Nederland vliegend zei: 'Da's leuk! Tegen die tijd wil ik ook naar Nederland! En dan vlieg je naar Stockholm, in plaats van dat je er met de trein naartoe gaat! Doe ik ook altijd. En dan daarna naar Nederland. Weetjewat, we vliegen samen!'
Even later was er geboekt. Het was begin juli 2008.
Twee vluchten waren er geboekt, dat wel; Nextjet wilde ons van Hagfors naar Stockholm brengen en Sterling van Stockholm naar Amsterdam. Maar wie vervolgens twee tickets ter hand nam en de data ging vergelijken kon vaststellen dat deze niet identiek waren. Persoon één zou vliegen op 2008/08/27 en persoon twee, ik, op 2008/08/28. Samen vliegen ging dus niet door.
Op 26 augustus begon ik alvast na te denken over mijn terugreis. Dat was bijzonder vroeg, normaal gesproken gebeurt dit de nacht voor ik vlieg. Maar ik zou nu met een andere vliegtuigmaatschappij dan anders vliegen, en vroeg mij af hoeveel bagage ik van hen mocht meeslepen.
Twintig kilo, zegt Janjaap. Ik was echter al halverwege de barplank achter de receptie, waar ik -liggend naast een pak rietjes en een enkele verdwaalde kerstbal- de papieren wijselijk een plek had gegeven om ze niet -zoals pennen en sleutels- kwijt te raken. Terwijl mijn ogen de papieren in mijn hand scannend nakeken op cijfers kreeg ik de bevestiging van het aantal kilo's bagage, maar iets anders sprong mij in het oog, iets onverwachts, iets vreemds.
Van Hagfors -het vliegveld waar je bij wijze van spreken lopend naartoe kunt omdat het praktisch in de achtertuin ligt- naar Stockholm Aralanda zou ik, afgaande op de papieren, vliegen op 2008/08/28.
En van Arlanda naar Amsterdam, was te lezen, zou mijn vliegtuig opstijgen op 2008/08/27.
Dit zou alleen mogelijk zijn als ik door middel van een wonder om tien uur 's ochtends op woensdag 27 augustus in Stockholm zou verschijnen, in het vliegtuig naar schiphol zou stappen en dan bij aankomst in Nederland weer heel snel een vliegtuig terug zou nemen om het mogelijk te maken de dag erop om kwart voor zeven 's ochtends van Hagfors naar Stockholm te vliegen.
Daar de kans op dit omslachtige wonder onwaarschijnlijk was, pakte ik de bakelieten hoteltelefoon en toetste het vijfcijferig nummer in om mogelijkheid twee, Rita bellen om de vragen welke data haar tickets hadden, ten uitvoer te brengen. Op beide haar tickets prijkte de datum zeventwintig augustus tweeduizendacht.
De woorden 'Ik bel je zo terug' vielen in de hoorn die ik teruglegde op het grote, zwarte telefoontoestel.
Enige tijd verstreek. En nog een beetje. Uiteindelijk deed het geluid van de telefoon en daarna van een opgelucht klinkende mensenstem de lucht trillen: na het uit de doeken doen van de begane misstap wilde de kleine vliegtuigmaatschappij die mij pas de 28e mee zou nemen de reis wel omboeken naar een dag eerder, waardoor wij dus uiteindelijk tóch samen richting de Nederlanden zouden vliegen.
Eén dag eerder vliegend naar Nederland. Was ik hier al op voorbereid? Het aantal kilo's bagage wist ik. Maar om die bij elkaar te scharrelen had ik toch wel even tijd nodig.
Gebukt onder de gedachte één dag minder Zweden ging ik even later samen met een grote tas op zoekronde door het hotel om uit alle hoeken en gaten spullen in te laden die van mij zijn, dan wel door mij geleend gaan worden. Schone, droge was uit de badkamer [de was die ik 's ochtends gewassen had en aan de lijn te drogen had gehangen verplaatste ik met het oog op kortere droogtijd naar de droogtrommel], boeken, cd's, dvd's en tekenspullen uit congreszalen, tv-kamers, recepties en personeelshokken.
Het twintighuis, dat in de twee resterende dagen die ik Råda zou zijn verder zou transformeren van gedrochterlijke heks tot stralende prinses zag er inmiddels al uit als Assepoester.
Niet meer als de Assepoester van wie in de kelder de tenen worden afgeknaagd door ratten [Lees gruwelijke Rijmen van Roald Dahl] maar als Assepoester die zojuist door de goede fee wordt bezocht; ze heeft al één glazen muil, maar de jurk, de pompoenkoets, de paarden en de tweede muil moeten nog komen.
Vele halve projecten, thuis en vijftien kilo aan boeken en kleding achterlatend zag ik door het kleine ronde raam van het Nextjetje nog een glimp van het in nevelen gehulde Råda om daarna in een dikke koude wolkendeken te verdwijnen naar Nederland.
Twee vluchten waren er geboekt, dat wel; Nextjet wilde ons van Hagfors naar Stockholm brengen en Sterling van Stockholm naar Amsterdam. Maar wie vervolgens twee tickets ter hand nam en de data ging vergelijken kon vaststellen dat deze niet identiek waren. Persoon één zou vliegen op 2008/08/27 en persoon twee, ik, op 2008/08/28. Samen vliegen ging dus niet door.
Op 26 augustus begon ik alvast na te denken over mijn terugreis. Dat was bijzonder vroeg, normaal gesproken gebeurt dit de nacht voor ik vlieg. Maar ik zou nu met een andere vliegtuigmaatschappij dan anders vliegen, en vroeg mij af hoeveel bagage ik van hen mocht meeslepen.
Twintig kilo, zegt Janjaap. Ik was echter al halverwege de barplank achter de receptie, waar ik -liggend naast een pak rietjes en een enkele verdwaalde kerstbal- de papieren wijselijk een plek had gegeven om ze niet -zoals pennen en sleutels- kwijt te raken. Terwijl mijn ogen de papieren in mijn hand scannend nakeken op cijfers kreeg ik de bevestiging van het aantal kilo's bagage, maar iets anders sprong mij in het oog, iets onverwachts, iets vreemds.
Van Hagfors -het vliegveld waar je bij wijze van spreken lopend naartoe kunt omdat het praktisch in de achtertuin ligt- naar Stockholm Aralanda zou ik, afgaande op de papieren, vliegen op 2008/08/28.
En van Arlanda naar Amsterdam, was te lezen, zou mijn vliegtuig opstijgen op 2008/08/27.
Dit zou alleen mogelijk zijn als ik door middel van een wonder om tien uur 's ochtends op woensdag 27 augustus in Stockholm zou verschijnen, in het vliegtuig naar schiphol zou stappen en dan bij aankomst in Nederland weer heel snel een vliegtuig terug zou nemen om het mogelijk te maken de dag erop om kwart voor zeven 's ochtends van Hagfors naar Stockholm te vliegen.
Daar de kans op dit omslachtige wonder onwaarschijnlijk was, pakte ik de bakelieten hoteltelefoon en toetste het vijfcijferig nummer in om mogelijkheid twee, Rita bellen om de vragen welke data haar tickets hadden, ten uitvoer te brengen. Op beide haar tickets prijkte de datum zeventwintig augustus tweeduizendacht.
De woorden 'Ik bel je zo terug' vielen in de hoorn die ik teruglegde op het grote, zwarte telefoontoestel.
Enige tijd verstreek. En nog een beetje. Uiteindelijk deed het geluid van de telefoon en daarna van een opgelucht klinkende mensenstem de lucht trillen: na het uit de doeken doen van de begane misstap wilde de kleine vliegtuigmaatschappij die mij pas de 28e mee zou nemen de reis wel omboeken naar een dag eerder, waardoor wij dus uiteindelijk tóch samen richting de Nederlanden zouden vliegen.
Eén dag eerder vliegend naar Nederland. Was ik hier al op voorbereid? Het aantal kilo's bagage wist ik. Maar om die bij elkaar te scharrelen had ik toch wel even tijd nodig.
Gebukt onder de gedachte één dag minder Zweden ging ik even later samen met een grote tas op zoekronde door het hotel om uit alle hoeken en gaten spullen in te laden die van mij zijn, dan wel door mij geleend gaan worden. Schone, droge was uit de badkamer [de was die ik 's ochtends gewassen had en aan de lijn te drogen had gehangen verplaatste ik met het oog op kortere droogtijd naar de droogtrommel], boeken, cd's, dvd's en tekenspullen uit congreszalen, tv-kamers, recepties en personeelshokken.
Het twintighuis, dat in de twee resterende dagen die ik Råda zou zijn verder zou transformeren van gedrochterlijke heks tot stralende prinses zag er inmiddels al uit als Assepoester.
Niet meer als de Assepoester van wie in de kelder de tenen worden afgeknaagd door ratten [Lees gruwelijke Rijmen van Roald Dahl] maar als Assepoester die zojuist door de goede fee wordt bezocht; ze heeft al één glazen muil, maar de jurk, de pompoenkoets, de paarden en de tweede muil moeten nog komen.
Vele halve projecten, thuis en vijftien kilo aan boeken en kleding achterlatend zag ik door het kleine ronde raam van het Nextjetje nog een glimp van het in nevelen gehulde Råda om daarna in een dikke koude wolkendeken te verdwijnen naar Nederland.