20241124

Uien tappen


 
Sinterklaas is op bezoek bij Heks Dolores, die in Het Oude Tolhuis woont, aan de rand van het Bewonderde Woud. Het is pakjesavond. Er staan surprises klaar en de stemming is opperbest. Als de chocolademelk koud -want warm vinden ze het niet lekker- is kunnen ze beginnen met het lezen van de gedichten en het uitpakken van de cadeaus. Ondertussen zijn Sinterklaas en de heks aan het uien tappen. Ze lachen zich een kriek om alle grappen die ze elkaar vertellen. De tranen staan in hun ogen. 


20241119

Ja en amen zeggen


Het is nacht. Sint en de piet gaan de daken op om cadeaus rond te brengen. "Vandaag is het schoentjesavond", zegt de Sint, we hoeven dus geen grote cadeaus mee te slepen over de daken. "Gelukkig maar", zegt  Piet, terwijl hij een juten zak optilt die vol zit met chocoladeletters in alle kleuren, maten en smaken. Als ze even later afdalen in schoorstenen en met verlanglijstjes terug naar boven komen, kijkt Sinterklaas soms toch een beetje bedenkelijk. "Niet iedereen is even bescheiden," zucht hij als hij weer een lijst onder ogen krijgt met flinke wensen. Piet fronst zijn wenkbrauwen:"Zouden sommige mensen denken dat we ja en amen op alles zeggen?!" "Wellicht," zegt Sinterklaas, "maar als ze het echt te bont maken krijgen ze lekker ouderwets de roe. Dat zal ze leren." Dan komen ze bij het huis van Kabouter Carl. Het duurt even voor ze de juiste schoorsteen gevonden hebben. Als Piet uiteindelijk naar boven komt, heeft hij een wortel en wat hooi voor het paard in zijn hand. En Carls lijstje is heel bescheiden. "Weet je wat?" zegt Sinterklaas: "We geven hem niet één letter, maar alle letters van zijn naam. En we doen er in elke schoorsteen één!" Tevreden vervolgen ze hun weg door de nacht. 








20241110

Een leven als een oordeel


Wát een storm. De kapitein staat op de omloop van de vuurtoren en tuurt over zee. De dodo en de muizen zijn ook naar boven gekomen. Ze hopen een glimp op te vangen van de stoomboot van Sinterklaas. Die zou nu al onderweg moeten zijn. Een grote golf slaat tegen de rotsen kapot. Even zien ze niets anders dan waterspetters en zeeschuim. De wind giert om de vuurtoren. "Wat een lawaai hè!" glundert de kapitein tegen de dieren. Hij is net thuis, maar verlangt er nu alweer naar om zelf op zee te zijn. De dodo roept iets terug, maar de kapitein verstaat er niets van. Dan zien ze tussen de golven door plotseling een stukje van de stoomboot. Hij wordt net door een gigantische golf opgetild. Als die de haven maar bereikt, denkt de kapitein. "Aaa!" klinkt het ineens. De muizen, die op de reling waren geklommen, waaien bijna weg. De kapitein kan ze nog net grijpen. "Tijd om naar binnen te gaan," roept hij boven de wind uit. Met moeite krijgt hij de deur van de omloop open. Binnen in de vuurtoren is het nog steeds een kabaal van jewelste door de storm die over zee raast. "Een leven als een oordeel," mompelt de kapitein. "Laten we beneden het Sinterklaasjournaal gaan kijken om te zien hoe het die sloep vergaat daar op zee." De muizen trippelen alvast richting de koektrommel met speculaas. Even later zitten ze met een dekentje om voor een vierkant televisietoestel met pootjes. De kapitein staat op om de volumeknop omhoog te schuiven. Met moeite wordt het geluid van de storm overstemt. De wind gaat voorlopig niet liggen.