Luuk de Vampier kijkt treurig door de luxaflex naar het
doolhof rondom zijn kasteel. Is het al bijna nacht? Kan hij al naar buiten? Het
is wel een blok aan het been hoor, om altijd binnen te moeten zijn als de zon
schijnt. Hij zucht, terwijl de zonnestralen proberen zich door de jaloezieën
heen te wurmen. Luuks maag begint te knorren. “Ook dat nog,” moppert hij. Ik
heb zo een zin in soep, denkt Luuk, maar ik kan nu niet naar buiten om spullen
te halen. En ik heb ook niets meer in huis. Skriieek, skriieek, klinkt
het plotseling. Door het ronde trappenhuis komt een zwerm vleermuizen
aangevlogen. “Honger, Rodanim?” skrieken ze. Rodanim knikt terneergeslagen. “Hoe
lang zou het nog duren voor ik naar bui…” begint de hij, maar zijn zin wordt
abrupt onderbroken door een keiharde knal en een felle flits. Ineens begint het
buiten ook keihard te regenen. “Jeuj!” roept Luuk. “Onweer! Regen! Wolken. Ik
kan naar buiten.” Hij snelt naar het pompoenveld op de grafheuvel naast zijn kasteel.
Niet veel later ligt de hele trap vol ingrediënten voor Heerlijke Halloweensoep.
In veel Meesterhuiswerktekeningen zie je onder meer een een grote sleutel [ik vond die sleutel eens in een oud Zweeds hotel] en een bruine, vierkante kruk [uit de jaren vijftig, gemaakt door mijn opa]. Maar ook een dodo, een kabouter en drie muizen komen bijna altijd voor. Hoe verder je terugbladert, hoe minder je de vaste onderdelen tegenkomt, want het is vanzelf zo ontstaan, zonder dat het bedacht is. Heb je ideeën, opmerkingen of een opdracht? Laat het me weten.
20241013
Een blok aan het been
20241007
Een boekje opendoen
Rodanim heeft langs de oever van de Bosbeek paddenstoelen gezocht om herfstsoep van te maken. De muizen hebben hem geholpen om de juiste paddenstoelen uit te zoeken. Zij weten precies welke lekker zijn, en veilig om te eten. Met een mand vol verschillende soorten is Rodanim weer op weg naar huis. Hij komt langs Het Verboden Bos, een stuk bos waar niemand mag komen. Niemand weet eigenlijk waarom. En van wie dat niet mag. Rodanim kijkt naar de lucht en ademt diep in. Het ruikt lekker. Naar herfst. De lucht is grijs en het miezert licht. Even later is hij bij de brug over de Lichte Voorde. In de tuin naast de herberg zijn de Wijnende Waardinnen bezig appels te plukken. “Rodanim!” begroeten ze hem hartelijk. “Heb je lekkere paddenstoelen geplukt?” “Klopt!” zegt Rodanim. “Zal ik jullie ook nog even helpen?” Hij zet zijn mand neer. “Graag,” knikken de gezusters. De muizen willen ook wel helpen. Ze klimmen de bomen in en knagen met hun scherpe tandjes de steeltjes van appels door, zodat de appels op het zachte gras ploffen. Terwijl ze appels oprapen vraagt Rodanim aan de zusters: “Weten jullie eigenlijk waarom het Verboden Bos verboden is?” “Geen idee,” antwoorden ze. Maar we kunnen wel een boekje opendoen over onze moeder... Die plukte daar vroeger altijd stiekem de lekkerste bessen en noten. En appels. De klokhuizen van die appels gooide ze hier in de tuin. Zo zijn we aan die boomgaard gekomen!”
Wie doet een boekje over wie open? Lees het binnenkort!
Abonneren op:
Posts (Atom)