20240331

Zand erover


"Rodanim, wanneer gaan we weer naar huis?" vraagt de dodo. Ze staan even stil, bovenaan de laatste trappen die naar de haven leiden. De dodo is nog een beetje geschrokken van de botsing met de matrozen. Hij zegt: "Ik mis Heks Agaath een beetje, en alle toverspreuken waar ik haar altijd bij help, ook al gaan ze niet helemaal goed.” “Wij ook!” roepen de muizen. En alle ketels die elke keer in onze tuin terechtkomen. Rodanim leunt op de reling van de trap en kijkt de dieren aan. "Toen we vertrokken wilden we gaan kijken waar de spoorlijn naartoe ging die vroeger vanaf ons huis door het hele land liep. In de afgelopen maanden hebben we veel plekken gezien waar de trein vroeger heen ging." "En waar hij nog steeds komt, zoals boven in het bergdorp." De dodo kijkt omhoog naar het topje van de berg.

"Klopt! Ons doel is dus bereikt. Ik vind het leuk om dat allemaal te weten te zijn gekomen," zegt Rodanim. "Én ik heb heel veel nieuwe spullen verzameld in mijn rugzak. Hij wordt zelfs een beetje zwaar. Hoog tijd om de reis terug naar huis te beginnen!” “Jeuj!” juichen de dieren. Ze lopen de laatste trap af en staan dan plotseling in de drukte van de haven. Overal wordt geroepen en rijden karren met spullen. De muizen kijken om zich heen: "Hier is geen trein in de buurt, maar wel veel boten. Misschien kunnen we gaan varen!" Ze springen op en neer bij de gedachte. "Wie weet vaart er een boot in de goede richting”, zegt Rodanim. “Laten we het gaan vragen.”

Dan horen ze achter zich: “Jullie kunnen misschien wel bij ons inschepen. ”Het zijn de matrozen Ollie en Lars. De dodo schrikt. “Maar ik heb jullie helemaal vies gemaakt!” “Ach” schudden de matrozen. “Dat ging toch niet expres? Zand erover!” Ze lopen richting een bijzondere boot, waar gras op het dak van de stuurhut groeit. “Kom, we vragen het meteen aan de kapitein.”


 




20240330

Hoge ogen gooien



Na dagen lopen is de onderkant van de berg eindelijk in zicht. "Kijk," wijst Rodanim, "De zee komt dichterbij." Langzaam verandert het landschap. Rodanim en de dieren hebben de besneeuwde bergdorp bovenaan de berg ver achter zich gelaten. Het was de bergdraak na even zoeken en proberen gelukt de pot van weermannetje Antonio open te krijgen -uiteindelijk was de spreuk die heks Dolores bedacht had heel simpel: de spreuk achterstevoren voorlezen en daarna nog een keer van voor naar achter. Want als je iets terugdraait, komt het vanzelf weer goed. En toen de bliksemse boel eenmaal in de diepte van de berg verdween, kwam de warmte terug en werd het bergdorp weer warm. 

Rodanim, de dodo en de muizen namen afscheid en begonnen aan de tocht naar beneden. Na de besneeuwde top volgde een lang en dicht bos - de muizen waren de enigen die er makkelijk tussendoor konden. Langzaamaan werd de ruimte tussen de bomen groter. Toen het bos afgelopen was zagen ze een dorp liggen, helemaal onderaan de berg. Daar komen ze nu aan. Als een grote, brede luie trap loopt het dorp helemaal door tot aan zee. Aan de treden liggen allemaal winkeltjes en beneden aan de trap is een haven. 

In het dorp ruikt het al een beetje naar lente. Het is een zonnige dag en er is veel bedrijvigheid. Als ze langs een bakker lopen begint de maag van de dodo te knorren. "Zullen we iets te eten kopen?" vraagt hij aan Rodanim. "Dat vind ik een goed idee," knikt Rodanim. "Ik heb zelf wel zin in een een broodkrakeling." Naast de bakker is terras, waar twee matrozen zich voorbereiden op een lange bootreis. Ze drinken koude melk uit een grote kan en overleggen wat ze allemaal nog willen doen voordat ze aan boord gaan. 

De dodo kijkt naar de bakkerswinkel en let niet op het tafeltje met de zeelieden. Hij loopt pardoes tegen hun tafeltje op. De kan melk die er op staat helt vervaarlijk over. De dodo fladdert op struikelt naar de volgende tree van de brede dorpstrap. "Ollie, kijk uit!" roept één van de matrozen. Ollie schuift snel zijn stoel achteruit als er een plons melk over hem heen golft. "Oh nee," roept de dodo. "Sorry!" "Gelukkig zijn we op zee," zegt de andere matroos, terwijl de melk van zijn witte broek druipt. "Daar zou je hoge ogen gooien om gekielhaald te worden."

"Gekielhaald?" De dodo rilt bij de gedachte. "Nou, dat zal zo een vaart niet lopen hoor, Alexander," zegt de druipende matroos. Rodanim komt op de tafel afgesneld. Uit zijn reuzenrugzak haalt hij een vochtige doek. De matroos neemt hem dankbaar aan en begint de melk van zijn broek te deppen. "Dankje," lacht hij vriendelijk. "Sorry hoor," mompelt de dodo nog een keer. "Ach, het is niet de eerste keer dat we onder de melk zitten," zegt matroos Alexander. "Het schip waarop we varen heeft een koe aan boord. Als je die midden op zee moet melken gaat het ook wel eens mis." 

 . 

20240309

Een boot bedenken.

In de tekening van Emir wil ik een boot tekenen, dus die ben ik nu aan het verzinnen met behulp van plaatjes van oude boten. Het wordt een bijzondere boot, met een grasdak. Dit is het eerste idee.