Maar de het ene moment was het lekker warm
en ging hij liever naar het strand. Het andere moment vond hij het leuker om
een boek te lezen in de tuin. En meestal had hij ook helemaal geen zin in het
dak. Dan mompelde hij: “Ach, dat komt morgen wel.”
En na een tijdje dacht hij er helemaal
niet meer aan.
Inmiddels was het al bijna herfst. Je merkte het aan het weer: de temperatuur werd lager en steeds vaker regende en waaide het. “Brr, guur weer,” zei de kabouter. “Ik ga lekker in bad.” Maar wat was dat? Het lekte! “Oja, het dak!” riep de kabouter. “Tja,” zuchtte hij toen, “wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten.” Máár, dacht hij er achteraan: mijn bad loopt zo wel vanzelf vol met water. Dat is ook best handig.
Vervolgens nam hij zich voor morgen toch écht de nieuwe dakpannen te gaan leggen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten