
En in Nederland werd vroeger ook wel eens een kat, een paard of een wilde bok in de porseleinkast genoemd, aldus Onze Taal.

Soms roepen mensen maar wat. Of roepen niet zómaar wat, maar wel van alles zonder rekening te houden met anderen, zonder tact te tonen.
Deze mevrouw staat doodleuk aan de deur te morrelen, roepend om informatie over het Sinterklaasfeest en de al dan niet zwarte pieten met al dan geen kragen/oorbellen/roe of veer op hun baret. De kranten doen hetzelfde.
De dodo staat verstijfd. De grijze muis houdt bevend de sleutel van de voordeur vast en de zwarte muis verstopt zich veilig onder de kruk.
Onder de stolp is een zeer zeldzaam dier te zien: niet zomaar een door Aya gekozen pijlstaartinktvis, maar eentje die lijkt op Sinterklaas! Hij wordt bekeken [of bevrijd?] door de witte muis.
In de kandelaar brandt de eerste adventkaars en in de vensterbank ligt... misschien wel het boek van Sinterklaas. Dan moet Hoofdpiet ook in de buurt zijn. Misschien staat die mevrouw daarom wel te roepen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten