De kat die vorige week de beren voor het hotel aanviel is tot diep in Björns Wärdshus doorgedrongen. |
Het oude kantoor lag er vredig bij. Menukaarten van de tachtiger jaren, geheime recepten voor Berenbrood uit de jaren '60, bouwtekeningen van het oorspronkelijke gebouw uit 1857 en briefwisselingen tussen oude hoteleigenaren en schilders over de kleuren van het pand lagen veilig opgeslagen in mappen, dozen en achter geheime luiken. Twee honden -een grote kruising tussen een bouvier en een hersdershond- en een kleine -mengeling van een westhighland- en een yorkshireterriër- hielden de wacht om ongenode gasten buiten de drie deuren en drie ramen te houden. De kleine snuffelde zorgvuldig langs de vloer om sporen van kruit of angstzweet direct op te pikken waarna luidkeels alarm te slaan en de grote hond hield nauwlettend in de gaten of er geen onbekende handen trachtten de koperen deurknop met ingebouwd cijferslot te forceren.
De kat, woonachtig is in het huis één der bewoners van Råda, was wederom op jacht. Aan de westkant van Björns Wärdshus hield hij de tuin, de hotelgebouwen en het roofdierenmuseum dat in het restaurantgebouw gevestigd was in de gaten. Hahaha, lachte hij kats. Vorige week ben ik Björns parkeerplaats binnengedrongen. [zie bericht 22 juli 2010] De beren hielden mij niet tegen en ik werd omarmd door toeristenkinderen! Sommigen denken zelfs dat ik van het hotel ben! Ik ben zelfs tot in de achtertuin doorgedrongen. Al die toeristen trappen erin. Ik kan zo dicht bij ze komen dat ik hun glinsterende kettinkjes kan voelen en hun wimpers kan tellen. Maar vandaag ga ik echt binnendringen, hahaa! Tevreden begon de kat zichzelf te wassen.
De kat, woonachtig is in het huis één der bewoners van Råda, was wederom op jacht. Aan de westkant van Björns Wärdshus hield hij de tuin, de hotelgebouwen en het roofdierenmuseum dat in het restaurantgebouw gevestigd was in de gaten. Hahaha, lachte hij kats. Vorige week ben ik Björns parkeerplaats binnengedrongen. [zie bericht 22 juli 2010] De beren hielden mij niet tegen en ik werd omarmd door toeristenkinderen! Sommigen denken zelfs dat ik van het hotel ben! Ik ben zelfs tot in de achtertuin doorgedrongen. Al die toeristen trappen erin. Ik kan zo dicht bij ze komen dat ik hun glinsterende kettinkjes kan voelen en hun wimpers kan tellen. Maar vandaag ga ik echt binnendringen, hahaa! Tevreden begon de kat zichzelf te wassen.
Gimli, de echte kat van Björns Wärdshus, sprong zojuist uit een raam op de eerste verdieping en landde op het dak van het restaurant. Hij spitste zijn oren, keek om zich heen en rende toen in onbekende richting, waarschijnlijk het noorden. Er klonk geluid van een sleutel die tegen een klok bengelt; de voordeur van Björns Wärdshus ging open. Er kwamen een rode en een blauwe draad naar buiten met aan het uiteinde een gevaarlijk, valskijkend, kwijlend, scherpgenageld persoon die twee honden uitliet, vastgemaakt aan het andere einde van de lijnen. Ze liepen het trapje van de veranda af en woest snuffelend begaven ze zich richting het geurende dennenbos aan het einde van de weg. Onder de veranda, naast de brandtrap, verscheen plotseling een harige flits. De flits veranderde in een geniepige boskat toen hij langzaam over de grijze brandtrap naarboven klom. Langs bloembakken vol bloeiende Zweedse bloemen kwam de boskat op een balkon terecht. Hij keek omhoog en opzij; niemand te bekennen. Vanaf het balkon leidde een deur naar binnen, naar een grote hal met nog vijf andere deuren, waarvan één naar het vredige kantoor vol geheimen en geschiedenis.
In het midden van de hal was een grote trap. De boskat sloop erlangs en snoof de geur van naar chocolade ruikende acrylverf op. Voorbij de trap sprong hij op een stoel met zwarte zitting vanwaar hij de hal overzag. Door één van de deuren die openstond kon hij in de achtertuin van het hotel kijken. Er liep een man over het gras richting een grote, blauwe trampoline waarop twee kinderen aan het springen waren. Er klonk een harde gil gevolgd door het geluid van stampende voeten, de kat sprong met hoge rug van de stoel en knalde keihard tegen een deur. Door de houten planken van de vloer waarop hij was terechtgekomen hoorde hij gerinkel van glas in de ruimte onder zich. Versuft keek de kat om zich heen, hij zag de onderkant van een ladenkast op wielen en een grijze dossierkast met daar bovenop postbakjes met uitstekende formulieren waarop in geel en blauw zinnen gearceerd waren. De deur was tegen een bureau geknald waardoor de inhoud van een doos vol opgerolde bouwtekeningen nu over de hele vloeroppervlakte was verspreid. Voorzichtig kroop de kat onder het bureau vandaan.
Op dat moment klonk er een klik van een opengaande deur beneden aan de achttien treden tellende trap in de hal, gevolgd door het getrappel van acht hondenpoten die hun weg zochten naar de plek waar hun bewaking hard nodig was. Daar aangekomen rook de kleine hond onmiddellijk dat er iets aan de hand was, hij maakte rechtsomkeert om zich ervan te gewissen dat er verder niemand binnen was gekomen die er niet hoorde te zijn. De grote hond stoof het kantoor in, niets anders als doel dan de indringer te vinden die zijn terrein had betreden. Meter voor meter speurde hij langs alle kasten en wanden om te onderzoeken of er documenten waren verdwenen. Toen hij een zacht gegrom hoorde stond hij stil. Hij sloeg zijn ogen op en zag door de zwartgrijze haren voor zijn ogen de boskat, in een kartonnen doos bovenop toren van postbakken. Er bestond geen mogelijkheid zich op dezelfde hoogte als de kat te begeven dus bleef de hond rondrennen door het kantoor.op zijn bek verscheen al rennend een grijns: de indringer was gevonden en hij kon geen kant op. Ook de boskat toverde een grijns tevoorschijn: ik ben binnen en lig hier voorlopig heerlijk.
Beneden in de hal van het gebouw werden mensen geholpen die het roofdierenmuseum gingen bezoeken. Boven hun hoofd hoorden zij gebonk en geroffel. Hun koptelefoon schikkend en de playknop inklikkend in de richting van een rood kastje horen zij op hun audioguide een stem vertellen dat bovenaan de trap het avontuur begint.
In het midden van de hal was een grote trap. De boskat sloop erlangs en snoof de geur van naar chocolade ruikende acrylverf op. Voorbij de trap sprong hij op een stoel met zwarte zitting vanwaar hij de hal overzag. Door één van de deuren die openstond kon hij in de achtertuin van het hotel kijken. Er liep een man over het gras richting een grote, blauwe trampoline waarop twee kinderen aan het springen waren. Er klonk een harde gil gevolgd door het geluid van stampende voeten, de kat sprong met hoge rug van de stoel en knalde keihard tegen een deur. Door de houten planken van de vloer waarop hij was terechtgekomen hoorde hij gerinkel van glas in de ruimte onder zich. Versuft keek de kat om zich heen, hij zag de onderkant van een ladenkast op wielen en een grijze dossierkast met daar bovenop postbakjes met uitstekende formulieren waarop in geel en blauw zinnen gearceerd waren. De deur was tegen een bureau geknald waardoor de inhoud van een doos vol opgerolde bouwtekeningen nu over de hele vloeroppervlakte was verspreid. Voorzichtig kroop de kat onder het bureau vandaan.
Op dat moment klonk er een klik van een opengaande deur beneden aan de achttien treden tellende trap in de hal, gevolgd door het getrappel van acht hondenpoten die hun weg zochten naar de plek waar hun bewaking hard nodig was. Daar aangekomen rook de kleine hond onmiddellijk dat er iets aan de hand was, hij maakte rechtsomkeert om zich ervan te gewissen dat er verder niemand binnen was gekomen die er niet hoorde te zijn. De grote hond stoof het kantoor in, niets anders als doel dan de indringer te vinden die zijn terrein had betreden. Meter voor meter speurde hij langs alle kasten en wanden om te onderzoeken of er documenten waren verdwenen. Toen hij een zacht gegrom hoorde stond hij stil. Hij sloeg zijn ogen op en zag door de zwartgrijze haren voor zijn ogen de boskat, in een kartonnen doos bovenop toren van postbakken. Er bestond geen mogelijkheid zich op dezelfde hoogte als de kat te begeven dus bleef de hond rondrennen door het kantoor.op zijn bek verscheen al rennend een grijns: de indringer was gevonden en hij kon geen kant op. Ook de boskat toverde een grijns tevoorschijn: ik ben binnen en lig hier voorlopig heerlijk.
Beneden in de hal van het gebouw werden mensen geholpen die het roofdierenmuseum gingen bezoeken. Boven hun hoofd hoorden zij gebonk en geroffel. Hun koptelefoon schikkend en de playknop inklikkend in de richting van een rood kastje horen zij op hun audioguide een stem vertellen dat bovenaan de trap het avontuur begint.