Vijf jaar geleden is Kabouter Ila in de stad komen wonen.
Hij woonde daarvoor in een bos, maar wilde graag dichter in de buurt van een
bibliotheek en winkels zijn. Om zijn oude woonomgeving niet te veel missen,
koos hij voor een houten huis in de vorm van een paddenstoel, aan de rand van
de stad. Vijf jaar later woont hij er nog steeds met veel plezier. Ila denkt
terug aan zijn verhuizing. Hij ziet zichzelf nog rijden, met zijn mooie rode
kast, goed vastgesjord in een aanhanger. Fluitend verhuisde hij al zijn spullen
naar de Houten Paddenstoel. Boven in de voorgevel van zijn huis zit een klok.
Toen kabouter Ila er kwam wonen, stond het uurwerk stil op de blije klok; tien
over tien. Dat vindt Ila een erg leuke tijd, maar niet zo een handige. Want die
tijd klopt maar twee keer per dag. Hij vroeg een oude buurman, de Paashaas, om
te helpen de klok te repareren. Dat is gelukt en sindsdien loopt de klok weer
netjes op tijd. Wel moet Ila hem geregeld opwinden, zodat de tijd blijft
kloppen. De hele buurt is er aan gewend geraakt dat de klok weer werkt. Als de
kabouter vergeet om de klok op tijd op te winden krijgt hij dan ook op zijn
baadje, want dan komt iedereen ineens te laat op afspraken, omdat ze in de war
raken door de achterlopende klok. Vandaag is de Paashaas bij Ila op bezoek. Die
klimt naar boven, windt de klok op en controleert meteen even het uurwerk.
Voorlopig hoeft Ila dus niet bang te zijn dat hij op zijn baadje krijgt. Gerustgesteld
schenkt hij koffie in.
Nu zien we de binnenkant van het huis en heeft de kabouter -die er nog steeds woont- de taak om tweemaal per jaar middenin de nacht de klok op tijd te zetten, anders krijgt hij op zijn baadje.