20240714

Het iemand betaald zetten

"Ons spoorzoekavontuur is voorbij, jongens,' zegt Rodanim tegen de dodo en de muizen. "We weten nu waar de spoorlijn helemaal naartoe ging. Dus deze,” hij houdt zijn grote rugzak met de ontelbare vakken omhoog, ”kan weer naar zolder.” "Laat je alle souveniers er in zitten?" vraagt de dodo, wijzend met zijn snavel naar de uitpuilende tas. Rodanim knikt: "Er zit allemaal herinneringen in aan onze reis van het afgelopen jaar. Altijd leuk om later nog eens te bekijken." Hij opent de deur naar de zolder van het oude station en loopt de trap op. De dieren zien hem om de hoek van de trap verdwijnen. "Krijg nou wat!" horen ze even later. Ze snellen zich ook naar boven om te zien wat er aan de hand is. "Kijk daar!" wijst Rodanim. De planken, waar aan de buitenkant de dakpannen op liggen, lijken los te zitten. Maar daar achter zijn niet de dakpannen te zien, maar nóg een laag kraaldelen. "Een verborgen ruimte!" roepen de muizen. "Hoe komt die nou ineens tevoorschijn?" roept de dodo. "Toen we weg waren, is er zeker een keer een ketel tegen het dak gevlogen" zegt Rodanim. Hij zucht. "Die Agaath. Soms zou je het haar betaald willen zetten, al die gevaarlijke toverkunsten. Maar dit is dan wel weer een leuke bijkomstigheid, dus ik vergeef het haar!" Hij wriemelt zijn vingers tussen de planken om te voelen hoe groot de ruimte is. Dan komt er een rol papier uit gevallen. Aan de buitenkant is het vergeeld wit en de binnenkant is donkerblauw. Er staat witte lijnen op en een woorden in een wriemelig handschrift. "Wat staat erop? Wat staat erop?" roepen de muizen enthousiast. "Kom mee, dan gaan we dat bekijken”, zegt Rodanim. Ze lopen de geknikte trap weer af en komen in de oude wachtruimte van het station, waar nu de eetkamer is. Rodanim schuift met een arm de spullen die op tafel liggen opzij en rolt het papier uit. De dodo zet grote ogen op. "Het lijkt jouw huis wel." "Dat is het ook!" roept Rodanim blij. “Dit is de bouwtekening van het station!" De muizen lopen over de kaart heen en volgen alle lijnen. Ze zien de begane grond, de zolderverdieping, maar ook de kelder, waar ze nog nooit geweest zijn. Ook Rodanim kijkt zijn ogen uit. Hij ziet op de tekeningen delen van zijn huis die hij nog niet eerder gezien heeft, maar waar hij onmiddellijk meer van wil weten. Zijn ogen beginnen te glinsteren. “Volgens mij kunnen we meteen opnieuw op avontuur!” roept hij uit.
 

Twaalf ambachten, dertien ongelukken


Bij het binnenkomen van de stad vertelde Heks Angélica aan Rodanim en de dieren dat zij met al hun acht Heksenzussen bij elkaar komen in de tuin van Agaath, om toverrecepten uit te wisselen en nieuwe -spreuken en -drankjes te proberen. Als Rodanim een halve dag later langs de tuin van buurvrouw Agaath loopt ziet hij dat het er inderdaad al vol staat met heksen. Agaath staat druk te kletsen met Angélica, terwijl ze door een grote ketel roeren. De dodo, die eigenlijk bij de heks woont, maar Rodanim op zijn zoektocht naar de Oude Spoorlijn vergezelde, loopt blij op Agaath af. De muizen, die bij Rodanim wonen, kijken schichtig richting hun eigen huis. Op het eerste oog lijkt alles nog heel. "Zijn jullie bang dat er weer per ongeluk een ketel op ons huis terecht is gekomen?" vraagt Rodanim. "Jij dan niet?" roepen de muizen. "Het gaat geregeld mis bij de toverspreuken van Agaath," beaamt Rodanim. Op dat moment hoen ze een suizend geluid. Ze bukken meteen en kijken angstig op. Het is Yara, de zus van Agaath die hen bijna een jaar geleden kwam waarschuwen voor een rondvliegende ketel. "Dit keer is er niets aan de hand!" roept ze. "Maar bij mijn zus is het twaalf ambachten, dertien ongelukken. Dus je weet nooit of dat lang zo blijft. Voor je het weet gaat er weer een recept mis."  "Gelukkig is de dodo weer thuis," zeggen de muizen. "Die kan Agaath hopelijk een beetje in de gaten houden." "Bovendien zijn wij er nu." Yara wijst naar de tuin vol heksenzussen. "Dus vanavond zal het wel goed gaan!"