Wat een poeha, en dat allemaal voor één dagje in het jaar, mopperen straks twee heksen die voorbij het huis van deze zombiekabouter lopen. De kabouter is bezig zijn hele huis in nóg griezeliger stemming te brengen voor Halloween. Hij op zijn beurt denkt: wat maken die heksen een poeha, alleen omdat ik hier een paar pompoenen uithol!
Yoemie koos voor deze uitdrukking, die al eeuwen bestaat. Onze Taal vertelt er dit over: Poeha is een variant van het oudere woord boeha. Er waren nog meer varianten, zoals boha, bohaai en bouha, die al in de zestiende eeuw voorkwamen. In de achttiende eeuw kwam de variant met de p als beginletter in gebruik.
De vroegere vorm boeha bestaat eigenlijk uit de uitroepen boe! en ha! Dat zijn allebei tussenwerpsels om iemand te laten schrikken of om alarm te slaan. Door ‘Boe!’ te roepen kun je iemand nog steeds (voor de grap) laten schrikken. ‘Ha!’ roep je nu onder meer als je je ineens iets realiseert of als je iets opvallends ziet of hoort.
De oudste betekenis van poeha is ‘veel drukte en rumoer, terwijl daar eigenlijk weinig reden voor is’. De betekenis ‘overdreven vertoon van emoties, aanstellerij’ ontstond al in de zeventiende eeuw.