Het eerste idee voor een tekening bij deze uitdrukking van Yousra was een kabouter voor de ingang van een muizenhol. Hij bukt om naar binnen te kijken. In het muizenhol staat een muis in een pan champignonsoep roeren. Wat een toeval: de muis maakt paddenstoelensoep, denkt aan de kabouter die dan plotseling voor de deur staat.
Maar toen werd het zulk prachtig weer en wilde ik een buitenscène tekenen.
En voor ik het merkte waren ook de rollen omgedraaid. De kabouter heeft een trap-op-je-staart met de [Paas]haas en de haas dan weer met de muizen. De kabouter die wortels uit de moestuin haalt en daardoor aan de haas denkt was het eerst. Toen de tekening min of meer klaar was heb ik hem met groep 7 bekeken en bedacht de klas nog iets extra's.
Want zou het niet leuk zijn om de muizen een paasei te geven? Die de haas misschien wel verloren is op zijn route door het bos? Daarmee wordt de haas dan ook definitief een Paashaas. Vervolgens heeft de Paashaas een blokje kaas in zijn mandje gekregen waardoor hij weer verbonden is met de muizen.
De toren op de achtergrond is vast een kijkje naar de volgende tekening; je vindt hem terug op de tekening voor Hanen [bij de uitdrukking Zo fris als een hoentje].