Onder het kleed, achter de bank.
In de kachel -neen, te warm en -uche, te veel roet en as.
Bovenop de kapstok dan, of in het gootsteenkastje.
Het is altijd even schrikken als er weer een wolf in schaapskleren voor de deur staat. Zodra hij zijn in meel gestoken poot voor het raam houdt rennen we allemaal in blinde paniek door het huis om ons ergens te verstoppen.
Het is nu weer een klein beetje veiliger met een nieuwe verstopplek: deze Moraklocka.
Geen tekening op papier deze maand, maar een beschilderde Zweedse Moraklok.
Het eerste Zweedse uurwerk werd begin 1400 gemaakt door een monnik in een klooster aan het Vättern, in het zuiden van Zweden. Een paar jaar honderd jaar later werd in Dalarna, een provincie in het midden van Zweden, begonnen met het op grote schaal maken van klokken. De uurwerken die gemaakt werden in de plaats Mora werden in houten kasten geplaatst. De klokken werden vak dalablå geschilderd en voorzien van kurbitspatronen.
Deze klok, die staat in Värmland, de pronvincie onder Dalarna, was een Moraklok, maar nog niet helemaal. De grenen kast was gelig blank gelakt en hier en daar deden de gouden kopspijkertjes aan hamertje-tik denken. Daarom heb ik de klok dalablauw geschilderd met hier en daar een streek rood en wit.
In het boek 'Twee decemberverhalen' van Henk Vis (te koop bij bol.com of stuur mij een mail) is ook een Moraklok te vinden. Op pagina tien heb ik een rode klok getekend met dezelfde kenmerkende vorm als de blauwe klok. In de rode klok heb ik overigens ook een geitje getekend. In de tekening van volgende maand zal een getekende versie van de blauwe klok gaan figuereren.