Een paar weken geleden was ik een dag in een groep 7. De
leerlingen hebben met mij meegedacht over de Tekening van de maand februari.
Zij vertelden de de ideeën uit hun hoofd en die kwamen
terecht in mijn schetsboek. Van daaruit in mijn hoofd en toen via mijn handen op papier.
De leerlingen noemden:
-
Hartjes
-
Spongebob
-
Iemand die voor iemand zingt. [Even later aangevuld
met: en op het laatst weten ze de tekst niet meer.]
-
Tropisch eilandmevrouw in de winter.
-
Een monster dat een meisje wil opeten maar het
meisje is niet bang. [Ik heb het Amethistmonster in het leven geroepen. In de taalles
van groep 7 die dag was een amethist afgebeeld. Ik zag er een monster met een
grote open bek vol tanden in. ]
-
Twee mensen op een onbewoond eiland met niemand
in de buurt.
-
Lopende meisjes.
-
Catman
-
Groot hart met twee mensen erin. [Mijn eigen
aanvulling is dat zij samen ook een hart vormen.]
-
Ene helft in Hartjesland andere helft in gewone
wereld. [De rotsen zijn hartvormig en de zee is het ‘gewone’ land.]
Na wat gehussel met int, ecoline, acrylverf en kleurpotlood is dit hierboven het resultaat.
Het leukste vind ik dat de leerlingen het verzonnen hebben maar er zelf misschien een heel ander beeld bij hadden.
Bijvoorbeeld als ik zeg: 'ik zie daar iemand in het groen.'
Het leukste vind ik dat de leerlingen het verzonnen hebben maar er zelf misschien een heel ander beeld bij hadden.
Bijvoorbeeld als ik zeg: 'ik zie daar iemand in het groen.'
Zie jij dan iemand in een groene jurk? Met groene All Stars? Een mooie groene jas? Een groene snottebel? Groene sokken. wellicht in twee tinten of met streepjes of stippen in ander groen? Of zie je een groen buitenaards wezen met voelsprieten? Of iemand die in het groen, de bosjes, staat? Het kan allemaal groen zijn!